Groot Handelsgebouw

Het Groot Handelsgebouw is één van de symbolen van de wederopbouw van Rotterdam. Bovendien is het markante gebouw al sinds de oplevering de thuisbasis van Kokon, en dat is niet toevallig.

Direct na de Tweede Wereldoorlog was er in Rotterdam grote behoefte aan bedrijfsruimte voor de groothandel, een bedrijfstak die zwaar was getroffen door het bombardement van mei 1940. Er werd nagedacht over nieuwe huisvesting. Eén groot gebouw met veel huurders bleek eenvoudiger te realiseren dan meerdere gebouwen voor enkele huurders. Onder andere op voorspraak van de Industriestichting en de Kamer van Koophandel, werd het initiatief genomen om alle grossiers in één groot gebouw samen te brengen. Daarom begonnen architecten Maaskant en Van Tijen, die sinds 1937 samen een bureau voerden, direct na de oorlog aan de uitwerking van een plan voor een ‘grossiersbijenkorf’. Geïnspireerd door de Merchandise Mart in Chicago kwamen zij met het idee een verzamelgebouw te realiseren ten westen van het Centraal Station.

Het gebouw werd in 1953 geopend en kreeg de allesomvattende naam ‘Groothandelsgebouw’. Voor die tijd bijzonder en tevens vernieuwend was dat er expeditiestraten met laadplatformen dwars door het pand heen liepen om producten door het hele gebouw te kunnen vervoeren. Op de begane grond werden winkelruimtes en horecagelegenheden gerealiseerd, waaronder restaurant Engels, dat er nog steeds is gevestigd. Een van de dienstverlenende bedrijven die zich er direct na oplevering vestigde, was het kantoor van Van Tijen & Maaskant dat, na enige naamswijzigingen, nu onder de naam Kokon Architectuur & Stedenbouw nog altijd in het Groothandelsgebouw gevestigd is. Lange tijd was het Groothandelsgebouw, dat al geruime tijd de status van Rijksmonument heeft, met ruim 100.000 m² verhuurbaar oppervlak het grootste gebouw van Nederland.

Fotografie: Ossip van Duivenbode, GHG